vrijdag 25 maart 2011

Kabaal

Terwijl we vanochtend vroeg nog in bed liggen, wordt de rust ruw verstoord door een hoop kabaal aan de buitenkant van ons huis. Het klinkt alsof er iemand langs het huis loopt en hard op de muren slaat. Ik ben al een tijdje wakker en sta op om een blik door het raam te werpen. Misschien kan ik de veroorzaker van de herrie ontdekken. Tegelijkertijd springt Jeanny uit haar mand om me gezelschap te houden. Even later doet ook Nicôle haar ogen open en mompelt slaapdronken: "Het zijn die eekhoorns maar". En daar heeft ze natuurlijk gelijk in. 'Onze' eekhoorns maken er soms een spelletje van om rond het huis of de schuren te rennen. Over de buitenwanden welteverstaan. En dat maakt een ongelooflijk kabaal. Uiteindelijk is er dus niets spannends aan de hand.

Omdat ik nu eenmaal toch al op ben, besluit ik om samen met Jeanny een wandeling te maken. Het commentaar van Nicôle dat het daarvoor veel te vroeg is (zij is geen ochtendmens), leg ik naast me neer. Het wordt een heel mooi rondje. De zon staat al ruim boven de horizon en schijnt prachtig over het nog steeds met een dikke laag ijs bedekte meer. Ook de vogels zijn allang op en zelfs diep in het bos komen we er een heleboel tegen. Dit laatste is wederom een teken dat Koning Winter terrein prijsgeeft. Hij heeft de strijd echter nog niet opgegeven, want later op de dag steekt er een straffe ijskoude wind op en worden we verscheidene malen getrakteerd op hagel- en sneeuwbuien.