donderdag 21 april 2011

Prachtige fladderaars

Eindelijk lukte het me om gistermiddag een zwarte specht, één van de meest opvallende vogels die ons bos bevolken, met de camera vast te leggen. Hoewel het dier niet zeldzaam is, is de spillkråka bijzonder schuw en bij het minste of geringste geluid vertrokken. Hij maakt tijdens zijn vlucht een prachtig 'scherend' geluid, en dikwijls bestonden onze ontmoetingen uit het opvangen van een glimp van de vogel en nagenieten van het geluid dat zijn glijvlucht voortbrengt. Ook de roep van de zwarte specht is erg apart: deze lijkt het meest op de fluit van een stoomlocomotief die het sein geeft om te vertrekken.

Tijdens de avondwandeling met Jeanny hoorde Ben een blaffend geluid uit het bos. Ik dacht hierin een reetje te herkennen, en besloot het dier voorzichtig te besluipen. Ben wilde liever rechtsomkeert maken, om het hertje niet te storen. Gelukkig luisterde ik niet naar de wijze raad van manlief, en kwam tot mijn grote verrassing geen blaffende ree tegen, maar een uil! Niet veel later kwam de partner van de uil ook tevoorschijn, die aanvankelijk in het nabij gelegen open veld bezig was met de jacht op muizen. Kennelijk gealarmeerd door het blaffende geluid kwam de tweede roofvogel kijken of er daadwerkelijk gevaar dreigde. Blijkbaar vond deze uil van niet, want de vogel produceerde na enig speurwerk een veel rustgevender Hoe, Hoehoe-geluid.

Toch hielden de uilen het niet veel later voor gezien, en vlogen wat dieper het bos in, daarmee uit ons zicht verdwijnend. Hoewel we de roep van de Oeraluilen (want dat was de soort) enige weken geleden al eens mochten horen, zorgde het zien van de vogels voor nog meer vreugde. Twee bijzondere vogelsoorten op één dag, wat kan een mens zich eigenlijk nog meer wensen?