De afgelopen dagen zijn we druk in de weer geweest met allerlei dingen, waaronder het uitproberen van de steenoven. Kijk en geniet mee.
Het eerste vuurtje is er één van bescheiden aard. Het is de bedoeling om de oven goed op te warmen en te kijken of er geen rare dingen gebeuren - zo zou een bel met vocht in één van de stenen een ongewenst effect kunnen hebben. Gelukkig doorstaat ons bouwwerk de test met glans.
Dan is het tijd voor het echte werk. Deze keer stoken we de steenoven stevig op. We stoppen de hele oven vol met hout en steken de boel aan, met een bulderend vuur als resultaat. Pas als het vuur bijna is gedoofd, voegen we een nieuwe lading hout toe. Wederom stoppen we de hele oven vol. Nu moeten we wachten tot het vuur is uitgebrand. En daarmee bedoelen we ook echt uitgebrand, er mag alleen nog witte as over zijn.
Ondertussen staat het brooddeeg in de keuken te rijzen.
Wanneer het vuur in de oven is gedoofd, halen we de stenen aan de voorkant weg om de as te verwijderen. Vervolgens maken we de bodem van de oven schoon met een natte lap. Dit is een precair werkje, want het onverhoopt met je blote handen aanraken van de - inmiddels onwaarschijnlijk hete - stenen kan slechts in één ding resulteren: een bezoek aan het ziekenhuis. Nadat we deze klus zonder brandwonden op te lopen hebben geklaard, plaatsen we het deeg in de oven. Daarna maken we de vookant weer dicht en begint het - spannende - wachten.
Het resultaat mag er zijn: een fraai ogend steenovenbrood. 's Avonds genieten we van een bijzondere maaltijd met een hoog doe-het-zelf gehalte: cantharelsoep en steenovenbrood met kaas en kruipbramenjam. Het is overheerlijk en op de kaas na hebben alles zelf geoogst en/of gemaakt.
Alle eer voor het idee gaat naar 'wilderness dweller' Chris Czajkowski.
Alle eer voor het idee gaat naar 'wilderness dweller' Chris Czajkowski.