vrijdag 22 april 2016

Sapstroom

De sapstroom van de bomen is weer op gang gekomen en dat is goed te zien aan de stronk van de berk die we twee maanden geleden omzaagden en toen precies op de gewenste plek tussen ons huis en de oude stuga lieten neerploffen. Dagelijks pompt het nog levende wortelsysteem van die boom vele liters vocht omhoog die vervolgens vanaf de bovenkant van de stronk weer terug naar de grond stromen. Dit vocht bestaat niet alleen uit water. Het bevat een kleine hoeveelheid suiker en dat is dan ook de reden van het feit dat de eerste insecten die zich inmiddels weer hebben laten zien de stronk van de berk met regelmaat opzoeken om daar even bij te tanken.



 

donderdag 21 april 2016

Luchtlandingstroepen

Na elke windvlaag komen ze met honderden tegelijk naar beneden zweven. Gedragen door hun snel ronddraaiende vleugel verplaatsen ze zich daarbij soms over grote afstanden voordat ze uiteindelijk als volleerde luchtlandingstroepen een zachte landing maken. Het zijn de zaadjes van de sparren die vanuit de sparrenappels in de toppen van de bomen onderweg zijn naar een plek in de grond om daar te ontkiemen. Simpel maar mooi!

vrijdag 15 april 2016

Zomaar drie dagen...

Afgelopen dinsdag was het mooi lenteweer en van die gelegenheid maakten we gebruik om de eerste grote buitenklus van onze to-do-lijst voor dit jaar ter hand te nemen. We gingen voortvarend te werk en na een hele lange dag stevig zagen en kloven, konden we deze met een goed gevoel afvinken. De aanvulling voor onze voorraad brandhout ligt op een nette hoop te wachten totdat deze later dit jaar - gedroogd en wel - in het houthok of de schuur onderdak kan worden gebracht.


Het leek ons geen goed plan om onze spieren de gelegenheid te geven stijf te worden, dus maakten we woensdag een lange wandeling door de omgeving. De sneeuw is overal verdwenen en het eerste echte groen dat - afgezien van de bosbessenstruiken - overal was te zien, is dat van de aardbeienplanten.

 
Tot onze vreugde stelden we vast dat het rood peperboompje al in bloei staat.


Onderweg kwamen we ook dit mooie plaatje van met een dikke laag mos bedekte verrotte boomstammen tegen. Stel je eens voor hoe het er uitziet wanneer over enkele maanden op een hoogzomerse dag de zonnestralen slechts hier en daar door het dak van loofkruinen heenbreken...

 
En uiteraard ontbrak in de wegkanten het klein hoefblad niet.


Tja, volop zeer overtuigende signalen van het voorjaar zou je zeggen. Gisterochtend zag het er echter zo uit, gelukkig hadden we het versgekloofde brandhout op tijd afgedekt!

dinsdag 5 april 2016

Verbeelding?

Ondanks de gestaag vallende regen ben ik eropuit gegaan voor een wandeling hoog op de heuvel achter ons huis. Ik heb een route gekozen die me een groot deel van de klim door relatief jong bos voert. De bomen zijn niet veel hoger dan een meter of zes en ze staan over het algemeen dicht op elkaar. Veel zicht heb ik dus niet en in plaats van wandelen lijkt de manier waarop ik me verplaats veel meer op een spelletje kruip-door-sluip-door voor gevorderden. Op een gegeven moment houd ik even stil om de regendruppels die zich op mijn brillenglazen hebben verzameld weg te poetsen. Niet dat ik daarna veel verder kan zien, maar het beeld is in elk geval weer wat scherper. Wanneer ik me vervolgens weer in beweging zet gebeurt het. Ik stap op een dode tak die met een luid knappend geluid breekt en dat blijft niet zonder gevolgen.
 
Niet ver bij me vandaan gaat er met een enorm kabaal van brekende en zwiepende takken een groot beest vandoor. Kennelijk had het dier me tot nu toe niet horen aankomen... Of heeft het me wel horen aankomen, maar had het besloten om zich te drukken en af te wachten totdat ik voorbij was... Hoe het ook zij, nu gaat het er in volle vaart vandoor, mij met een in mijn keel bonkend hart achterlatend. Wat zou het geweest zijn? Ik kan maar twee dieren bedenken: een eland of een beer. Geen van beiden wil je zo dicht bij je in de buurt laten opschrikken. Ik loop in de richting waar het geluid vandaan kwam en ga op zoek naar sporen. Al gauw vind ik die. Losgetrapt mos en uit de grond losgerukte bessenstruiken, maar nergens de karakteristieke pootafdrukken van een eland. Ook geen pootafdrukken die onmiskenbaar van een beer afkomstig zijn overigens, maar toch... Of gaat mijn verbeelding er nu met me vandoor?
 
Ik vervolg mijn weg en een half uur later sta ik net onder de top van de heuvel aan de rand van een kaalkap. Er is op het open stuk geen levend wezen te zien. Wel is het gestopt met regenen en op een heuvel in de verte zie ik zelfs de zon schijnen. Na een korte pauze besluit ik om langs dezelfde route als ik gekomen ben weer af te dalen naar huis. Wie weet wat ik onderweg nog tegenkom...