Na het ontbijt maak ik een korte wandeling door het bos. De buitenlucht voelt fris aan, maar dat is eerder in vergelijking met de temperatuur van de afgelopen dagen dan hoe het afgezet tegen de tijd van het jaar daadwerkelijk is. Het is namelijk de hele maand september al te warm en een echte daling van de temperatuur lijkt er afgaand op de weersverwachting voor de lange termijn voorlopig nog niet in te zitten. Afgezien daarvan is het toch volop herfst. De bladeren van de loofbomen verkleuren en vallen af, het is nog maar iets langer dan twaalf uur per etmaal licht - vandaag vindt de herfstequinox plaats, en de grote trekvogels zijn weer aan hun trek naar het zuiden begonnen. Dat laatste wordt duidelijk wanneer mijn aandacht door het karakteristieke geluid van kraanvogels naar de lucht wordt getrokken. Hoog boven me zie ik een grote groep van deze gracieuze vogels - ik tel er ruim veertig - in een formatie die steeds weer van een V in een W en weer terug veranderd naar het zuiden vliegen. Ik blijf stilstaan en kijk de vogels na totdat ze uit het zicht zijn verdwenen. Daarna vervolg ik mijn weg naar huis, mezelf ondertussen afvragend wanneer het nu eens echt kouder gaat worden, wanneer het 's nachts weer gaat vriezen en ook zelfs even wanneer de eerste sneeuw gaat vallen. Zit daar iets van verlangen achter? Ja, dat is denk ik wel het geval...
Onderstaande foto van een viertal zwanen onderweg naar het zuiden maakte ik begin oktober 2013 toen het in september heel wat kouder was dan nu en het merendeel van alle kraanvogels, ganzen en zwanen al lang naar warmer oorden vertrokken was.
Onderstaande foto van een viertal zwanen onderweg naar het zuiden maakte ik begin oktober 2013 toen het in september heel wat kouder was dan nu en het merendeel van alle kraanvogels, ganzen en zwanen al lang naar warmer oorden vertrokken was.