Met het einde van de zomertijd is de donkere tijd van het jaar weer begonnen. In termen van licht en donker ziet het er hier thans als volgt uit: om zeven uur 's ochtends wordt het licht en om vijf uur 's middags is het alweer pikdonker. En het nu nog respectabele aantal uren licht waarvan we tussen deze twee tijdstippen kunnen genieten, zal tot aan de winterzonnewende - welke over zo'n acht weken plaatsvindt - drastisch afnemen.
Afgezien van het feit dat de dagen steeds korter worden, lijkt de winter zelf op dit moment nog ver weg. Na de periode van vorst - en de eerste sneeuw - die we traditiegetrouw in oktober hadden, volgde een voor deze tijd van het jaar ongebruikelijk warme periode die voorlopig nog niet voorbij lijkt. Vandaag was het zelfs zo warm dat - terwijl ik buiten aan het werk was - mijn jas de hele dag aan de kapstok heeft gehangen. Nee, dat was vorig jaar wel anders. Toen daalde het kwik in oktober al tot ver onder het vriespunt om daar pas zes maanden later weer boven te komen.