Terwijl we in etappes weer langzaam zuidwaarts reizen, komen we in de buurt van die ene - bescheiden - berg waarvan ik al enkele malen heb gezegd dat ik hem ooit zal beklimmen. En aangezien we allemaal diep in onszelf weten dat zeggen dat je iets ooit zult doen meestal nergens toe leidt, besluit ik nu om mijn voornemen ook daadwerkelijk uit te voeren.
Omdat deze tocht voor onze oude dame echt teveel van het goede is, blijft Jeanny bij Nicôle achter in het dal. En terwijl zij zich daar opperbest vermaken, begin ik aan mijn tocht naar de top.
Het is prima weer om te wandelen. Overwegend bewolkt met af en toe wat zon. Er waait een straffe koele wind. Af en toe miezert het licht, maar gelukkig zet de regen nooit echt door. Al gauw laat ik het beboste deel van de helling achter me en kom ik op het meer open deel waar alleen nog struiken, heide en bessenplanten groeien.
Daar wordt ik een tijdje vergezeld door een goudplevier. Met regelmaat lange fluitsignalen slakend, volgt de vogel mijn voortgang op de voet. Is hij gewoon nieuwsgierig? Of beschermd hij soms een nest met jongen?
Naarmate ik hoger kom, maakt de begroeiing steeds meer plaats voor kale stenen.
Op tweederde van de klim daal ik af naar een smal dal om daar in de luwte iets te eten en te drinken. Er staat een kleine schuilhut. Hierin zitten echter al twee Zweedse jongens die de houtkachel zo hoog hebben opgestookt dat het binnen minstens dertig graden is. Ik ben slechts enkele seconden binnen wanneer het zweet me al aan alle kanten uitbreekt. Ik besluit dus om buiten te gaan zitten, anders zou ik meer vocht verliezen dan ik door drinken zou kunnen aanvullen.
Ik ga verder over een steeds steiler wordende kale helling vol met grote steenblokken. Langzaam maar zeker verdwijnt het uitzicht en geraak ik helemaal in de wolken.
Dan sta ik op de top. Nu de beschutting die de berg bood is verdwenen, giert de wind met stormkracht om me heen. Het is ijskoud en ik moet mijn best doen om op de been te blijven. Ik ben helemaal ingesloten door de wolken, het uitzicht is het grootste deel van de tijd letterlijk nul.
Slechts heel even komt het wolkendek iets omhoog zodat ik er net onderdoor kan gluren. Dat magische moment duurt echter maar kort en na een klein kwartiertje op de top besluit ik dat het de hoogste tijd is om weer af te dalen naar de twee dames die beneden op me wachten.
Dat moet een fikse wandeling zijn geweest. Maar wat een prachtige foto's zijn het. Mag ik vragen welke berg het was?
BeantwoordenVerwijderenGroetjes,
Sandra
Sonfjället in Härjedalen. Zeker meenemen als je daar 'ooit' eens in de buurt komt.
VerwijderenGroeten terug, Ben
Prachtig!
BeantwoordenVerwijderenZeker weten!
VerwijderenLeuk. We zitten straks redelijk dicht in de buurt.
BeantwoordenVerwijderenBergschoenen meenemen dan :-)
VerwijderenDie gaan altijd mee.
VerwijderenDaar loop ik elke dag op. Je weet maar nooit en dan zijn ze in elk geval ingelopen ;-)
BeantwoordenVerwijderen