Ik hou van water. Of beter gezegd, ik ben er gek op.
Het maakt niet uit wat voor water het is of waar het vandaan komt. Water in een meer, een beek, een greppel, een - liefst modderige - poel of een emmer. Water uit een kraan, een tuinslang, een fontuin of een fles. Als het maar water is, dan ga ik er voor. En nee, ik heb het nu niet over het drinken van dat spul, wat ik natuurlijk regelmatig doe. Ik moet wel, want anders zou ik doodgaan. Ik heb het nu over spelen met water. Over proberen om dat verradelijke en glibberige spul - dat altijd maar weer lijkt te ontsnappen - te pakken te krijgen. Ik word er stapelgek van ... en ik hou er van. Ik ben er gek op.