Het is inmiddels ruim zes jaar geleden, dat ik voor het laatst een kapper bezocht. Toch hangt mijn haar nog niet tot op de grond. Sterker nog, ik ga nog steeds door het leven met hetzelfde korte kapsel als voor onze emigratie naar Zweden. En om alle grappenmakers voor te zijn: nee, dat kapsel bestaat niet uit een kale kop.
Ik zal de eerste zin van deze post dus even moeten verduidelijken. Met kapper bedoel ik daar een daartoe opgeleide persoon die in een kapsalon tegen betaling - van een vaak niet onaanzienlijk bedrag - je haar knipt. En van de diensten van een dergelijke persoon heb ik dus al heel lang geen gebruik meer gemaakt.
Nadat we er voor hadden gekozen om ons leven te veranderen (en naar Zweden te emigreren), besloten we ook om voortaan de kappersschaar zelf ter hand te nemen. Deels omdat we er - enigszins naief wellicht - weinig vertrouwen in hadden om hier in de buurt een kapper te vinden. Deels bang gemaakt door verhalen over de knipkwaliteiten van Zweedse kappers in het algemeen. En tenslotte ook met het idee dat het zelf bijhouden van onze kapsels ons aardig wat geld zou besparen.
Nicôle deed een cursus van een half uur bij mijn toenmalige kapper Koos en knipt sindsdien mijn haar. En ik had zelfs geen opleiding nodig om Nicôle met hetzelfde van dienst te kunnen zijn. Zo hebben we het onderhoud van onze kapsels nu geheel in eigen hand. En naar volle tevredenheid, mag ik wel stellen. Achteraf gezien, zat er hier in de buurt natuurlijk wél een kapper. Ook valt het met het vakmanschap van de Zweedse kappers best wel mee. Maar het laatste argument dat ons voor deze vorm van zelfvoorzienendheid deed kiezen, staat nog steeds als een huis: we hebben daardoor een aardig bedrag bespaard!
Ook gisteren maakte ik weer dankbaar gebruik van de knipkunsten van Nicôle. En nu zie ik er - mede met het oog op de dag van morgen - weer pico bello uit.