Terwijl we lekker aan het wandelen zijn, zie ik ineens iets donkers tussen het gras wegschieten. Ik bedenk me geen tel en ga er meteen achter aan. Ik heb slechts drie reusachtige sprongen nodig en dan heb ik het te pakken. Geen idee wat het is, maar mijn voorpoot staat er boven op.
Dan klinkt er een hard gesis en schiet er vanuit het gras iets omhoog - het lijkt wel een zweepslag - richting mijn neus. En laat ik die nu net naar beneden bewegen om het ding dat ik te pakken heb eens goed te besnuffelen. Van schrik spring ik achteruit en de adder, want dat blijkt het te zijn, mist me maar net. Nu is het mijn beurt en probeer ìk de slang te pakken. Deze doet echter nogmaals een uitval en weer spring ik weg waardoor de adder me wederom niet te pakken krijgt. Wat een leuk spelletje en spannend dat we zo aan elkaar gewaagd zijn.
"Blijf!", klinkt het hard en ik verroer me - welopgevoed als ik ben - niet meer. Mijn baas lijkt het spelletje minder leuk te vinden dan ik. Met twee stappen staat hij bij me, tussen mij en de slang in. Ook deze lijkt het commando te gehoorzamen. Alleen zijn kop wiegt zachtjes heen en weer, voor de rest beweegt hij zich niet. Dan leidt mijn baas me bij de adder weg en vervolgen we onze wandeling. Na slechts enkele passen ontdek ik een interessant luchtje en ben ik het spelletje met de slang alweer bijna vergeten.